Ze zijn lief, trouw en aanhankelijk, maar dat tonnetje drank rond de nek is een mythe: vereniging uit Elversele knuffelt al vijftig jaar met deze schattige loebassen
TEMSE/ELVERSELE – Al vijftig jaar lang promoot de vzw Belgische Sint-Bernard Club uit Elversele het gigantische Zwitserse hondenras in ons land. De vereniging kreeg onlangs de titel ‘Koninklijk’ van Oostvlaams goeverneur Carina Van Cauter. Het Nieuwsblad regionaal ging langs bij de vereniging.
Ann De Laet (54), secretaris van de club, en haar man François Van Leugenhaege (59) uit Elversele fokt Sint-Bernards, ze hebben er momenteel twaalf. Anns vader werd lid van de club kort na de oprichting ervan in 1972 door zeven enthousiaste hondenliefhebbers.
“Weinig mensen kennen de hond en dat is onterecht, zegt de fokster, want het is onder meer een goede waakhond en nee, hij heeft geen kilo’s eten nodig.”
(lees verder onder de foto)
Naast een tijdschrift uitgeven en lezingen organiseren houdt de vereniging twee keer per jaar een hondenshow.
“Half mei hebben we nog een show georganiseerd van de Wereld Unie van Sint Bernards Clubs in Nieuwpoort, uitzonderlijk mochten wij dat doen omdat we 50 jaar bestaan”, zegt Ann. “113 honden van over heel de wereld waren er, net als raskenners van Europa, Amerika tot Zuid Afrika.”
De honden worden op schoonheid beoordeeld, maar dat gaat verder dan een blinkend vachtje. “Ook de gang is belangrijk. Een Sint-Bernard is een Zwitsers ras, de hond moet gespierd zijn en over bergen en door dikke sneeuw kunnen klauteren.”
Goede neus
Bernard van Menthon gaf zijn naam aan de hond. In de elfde eeuw heeft die monnik aan de Grote Sint-Bernhardpas, ook naar hem vernoemd, een hospice opgericht. In dat verraderlijke stukje bergen gebeurden al eens ongevallen en de Sint-Bernards hielpen mensen redden. “Het ras heeft een erg goede neus”, zeggen Ann en François, die het bekende beeld van een tonnetje sterke drank rond de nek van de hond afdoen als een mythe. “Al hadden de monniken tijdens hun reddingtochten wel proviand bij, ook tonnetjes met drank. Maar ze rond de nek hangen, dat was iets voor foto’s en schilderijen.”
Nog zo’n mythe: dat de hond, die volwassen 60 à 80 kilo weegt, bergen voedsel verorbert. “Onze Sint-Bernards krijgen tussen 600 en 800 gram droogvoer per dag. Sint-Bernards zijn rustig, je hebt kleinere, actievere rassen die evenveel eten.”
Niet zo populair
De vereniging telt zo’n 120 leden. Sint-Bernards zijn niet populair.
“Je moet ervoor kunnen zorgen natuurlijk: heb je tijd, heb je een grote tuin,… In ruil krijg je een heel lief dier, aanhankelijk, bijzonder trouw, en ook een goede waakhond”, zegt Ann. “Als je eenmaal een Sint-Bernard hebt gehad, kan je niet meer zonder. Mijn ouders hadden er al een toen ik nog een baby was en sindsdien ben ik geen dag zonder geweest. Het is een passie van meer dan vijftig jaar.”
In 1969 vonden de eerste Sint Bernardusfeesten plaats in Nieuwpoort. Sint Bernardus is immers de patroonheilige van de parochie Nieuwpoort-Bad.
Een parade en zegening verenigde voor het eerst eigenaars van Sint-Bernardshonden uit Vlaanderen en Wallonië. En dat werd gesmaakt: twee jaar later, in 1971, was de Belgische Sint-Bernard Club een feit. Sinds 1979 maakt de vereniging deel uit van de ‘Wereld Unie van de Sint-Bernardclubs’.
Het was voor de vereniging dan ook een eer om dit jaar, in hun jubileumjaar, de internationale samenkomst van deze wereldunie te mogen organiseren. En dan nog in Nieuwpoort, de plaats waar het ooit allemaal begon. Met de overhandiging van het predicaat is hun feestjaar nu compleet.