Jommeke en De Plasticjagers in Temse
TEMSE – Jommeke viert dit jaar zijn 65ste verjaardag. De stripheld van Jef Nys, van wie 60 miljoen albums zijn verkocht, behoort al jaren tot de allerpopulairste strips in Vlaanderen. In de feestzaal van het gemeentehuis werd het 300ste album voorgesteld.
Op 23 juni verscheen het 300ste album in de reeks: ‘De Plasticjagers’. Het verhaal speelt in op de actualiteitsproblematiek van de milieuverontreiniging (in het bijzonder plastiek) en situeert zich deels in Temse. Burgemeester Luc De Ryck komt er – net als in het Suske en Wiske-album ‘Tazuur en Tazijn – in voor.
De persvoorstelling had als eregaste de weduwe van Jef Nys. Drie sprekers voerden het woord:
* burgemeester Luc De Ryck weidde uit over de bijzondere band tussen Jef Nys & Jommeke en Temse
* Wim Verheije, CEO Standaard Uitgeverij, belichtte de betekenis van ‘65 jaar Jommeke’
* Dirk Poppe, managing director DEME, gaf toelichting bij het ophefmakende DEME-project: de zelfvarende plastiekvanger op de Schelde (in Temse)
Het album is verkrijgbaar in de boekenwinkels.
DEME zet zelfvarende plastiekvanger in op de Schelde aan de Temse-bruggen
Eind vorig jaar installeerde DEME Environmental Contractors, de milieutak van DEME, een plastiekvanger op de Schelde in opdracht van de Vlaamse Waterweg. Een combinatie van een vaste en mobiele installatie zal een jaar worden getest om afval uit het water op te vangen.
Om het toenemende probleem van vervuiling van rivieren aan te pakken, slaat de Vlaamse Waterweg de handen in mekaar met de bedrijfswereld om het concept van afvalvangers te testen op de Schelde.
Na een oproep van de Vlaamse Waterweg bij bedrijven om een innovatief voorstel in te dienen, heeft DEME een project voorgesteld om afval op te vangen ter hoogte van de Scheldebruggen in Temse. De testopstelling van DEME bestaat uit een vaste installatie, die passief drijvend en zwevend afval uit het water opvangt, en een mobiel systeem, dat actief grotere stukken afval verzamelt.
De testfase startte in februari en loopt i.s.m. de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Natuur en Bosbeheer.
