Investering van 100 000 euro voor electrische machines
TEMSE/BEVEREN – Wase Werkplaats is volop bezig om haar groendienst te vergroenen met een investering van zo’n 100.000 euro in 96 elektrische machines. Op termijn moet ook het wagenpark vergroenen en wil de organisatie zelf energie opwekken met zonnepanelen.
“Zowel voor de gebruiker van het apparaat als de omgeving zijn er bijkomende voordelen”
Jürgen Boel, Divisiemanager W-Green
Wase Werkplaats heeft afdelingen in Temse, Zele, Lokeren en Beveren en bestaat uit drie divisies. In 2017 had Wase Werkplaats 630 personen in dienst waarvan 535 personen met een beperking.
Het afgelopen jaar koos Wase Werkplaats resoluut de vlucht vooruit in de marktprofilering van die drie divisies met de toevoeging van drie nieuwe commerciële namen: W-green (Duurzaam groenbeheer voor openbare besturen en regionale industrie), W-technics (Technische maatwerk voor de industrie),
W-pharma (Verpakken en labelen voor de farmaceutische wereld en zorginstellingen).
W-Green verzorgt als afdeling van Wase Werkplaats het groenbeheer van verschillende gemeenten en bedrijven. De divisie van de vzw stelt zo’n honderd arbeidskrachten te werk, van wie tachtig met een mentale of fysieke beperking. Met een investering van 100.000 euro in 96 elektrische machines wil de organisatie nu zelf het groene voorbeeld geven en de ecologische voetafdruk verkleinen.
“De overheid legt steeds strengere regels op rond groenbeheer, bijvoorbeeld het verbod op gebruik van pesticiden. Zelf moeten we ook meegaan in die evolutie”, zegt divisiemanager van W-Green Jürgen Boel.
Bijkomende voordelen
“Tot nu toe maakten we gebruik van verbrandingsmotoren op diesel”, zegt Boel. “Acht uur met een kettingzaag werken, stoot zo’n 24 kilogram CO2 uit. Dezelfde tijd met een elektrische kettingzaag kost slechts 513 gram CO2 om de energie op te wekken die nodig is om de batterij op te laden. Dat is maar een vijftigste van de uitstoot bij diesel en dus een groot verschil.”
De elektrische toestellen werken op een batterij die afhankelijk van het toestel in de machine verwerkt zit of om de heup of op de rug wordt gedragen.
“Zowel voor de gebruiker als de omgeving zijn er bijkomende voordelen”, gaat Boel verder. “Er is geen directe schadelijke uitstoot van een motor en het toestel trilt en weegt minder. Daarnaast maakt het veel minder lawaai. Omdat de investering zowel duurzaam als ergonomisch is, kregen we van het Vlaams Departement voor Werk en Economie 56.000 euro subsidies voor de aankoop.”
De investering was een eerste stap in een vergroening van de eigen werking.
“We willen graag onze eigen energie opwekken door middel van zonnepanelen op het dak van onze vestiging in Beveren en aan de zijkant van onze bestelwagens. Die bestelwagens willen we op termijn ook vergroenen, maar nu zijn er nog geen elektrische alternatieven die voldoende vermogen hebben voor ons takenpakket.”
Toch zullen niet alle dieselmotoren uit het machinepark verdwijnen.
“Voor sommige taken hebben we bosmaaiers of kettingzagen nodig met meer vermogen. Die blijven we dus gebruiken. Ook de grasmaaiers blijven voorlopig op diesel draaien, al komt er later dit jaar een interessant elektrisch alternatief uit. De toestellen die niet meer gebruikt worden, zullen via een interne veiling te koop worden aangeboden aan onze medewerkers.” (Bron: HN/GVA – Mattias Goossens)
