TEMSE – Veel miserie, af en toe een lach, maar ook een boodschap voor de jongere generaties: daar gaat Temse in WOII over, zegt maker Rudy Bredael (69). De film over het leven onder de oorlog gaat op vrijdag 17 december in première.
“Maak dat dit nooit meer gebeurt. Op de soldatenkerkhoven liggen zo veel jonge mensen.” filmmaker Rudy Bredael
Rudy en zijn kompaan Walter Dierick van de Waaslandse Videoclub Temse hebben in 2018 de film Temse in WOI afgewerkt, honderd jaar na het einde van die oorlog. Temse in WOII was een logisch volgend project. “We beseften dat we hier meer mee konden doen: bij de Eerste Wereldoorlog hadden we enkele foto’s van mensen, van de Tweede Wereldoorlog waren er nog getuigen in leven.” (Lees verder onder de trailer van de film)
Rudy en Walter spoorden dertien getuigen op die in de film aan het woord komen, aangevuld met drie straffe verhalen zoals dat van Temses belangrijkste verzetsstrijder Philemon Hauman. “Sinds we aan de film begonnen in 2019 zijn er van die dertien getuigen helaas al vier overleden”, zegt Rudy, “Ik heb soms spijt dat ik er niet vroeger aan begonnen ben, toen er nog meer mensen in leven waren.”
Zin in een ei
Bijna twee uur lang neemt de film je mee terug naar de Tweede Wereldoorlog. “Er is wel wat gebeurd in Temse, maar niets overdonderends”, vat Rudy het samen. “Het grootste gevaar kwam misschien nog van de vliegende bommen. In Temse zijn er bijna veertig bominslagen geweest.”
“We laten bewust ook lichtpuntjes in de film, zoals mensen die elkaar hielpen. Zo was er een getuigenis van een mens die op sterven lag, en goesting had in een ei. Men is speciaal een ei gaan zoeken om die mens toch even blij te maken. Op het einde tonen we ook Willy Van Wauwe, die met veel humor de bevrijding beschrijft.”
Eerbetoon
“De film is voor mij een eerbetoon aan al wie de oorlog heeft meegemaakt”, zegt Rudy. Maar hij doet het ook voor de jongere generaties. “Als boodschap tegen fanatisme. Mensen lijken steeds minder te beseffen waar dat toe kan leiden, ik begrijp dat echt niet. We kunnen allemaal individueel denken, het is toch niet nodig als een kudde schapen achter iemand aan te lopen?”
“Ik heb soms ook mijn bedenkingen bij pakweg de coronaregels, maar daarom ga ik nog niet op straat vandalenstreken uithalen.” Rudy legt de schuld bij nepnieuws op sociale media. “Als je daar zegt dat een wit blad zwart is, gelooft de helft dat. Ik kan niet genoeg benadrukken: maak dat oorlog nooit meer gebeurt. Op de soldatenkerkhoven liggen zo veel jonge mensen, achttien, negentien, twintig jaar, wiens leven nog moest beginnen.”
Leutig
René Meersman (85), één van de getuigen in de film, was tijdens de Tweede Wereldoorlog kind van een boerengezin en herinnert zich nog goed de V-bommen. “Die vliegende bommen, dat was een soort klein vliegtuig, en als de brandstof op was, dan viel hij stil. Maar eerst maakte hij nog wat toerkes om dan naar beneden te komen. Als kind gingen wij daar ’s nachts naar kijken, want wij vonden dat leutig.”
“De meeste mensen hier hadden een schuilkelder gemaakt, onder een houtmijt of een stromijt of zo, waar ze gingen slapen. Wij waren met vier kinderen en sliepen normaal boven, maar ik weet nog dat we beneden mochten slapen, naast de Leuvense stoof. En als we dat geronk van die bommen hoorden, dan liepen wij naar buiten. Mijn moeder en vader waren doodsbang, maar wij vonden het prachtig.”
(Bron: HN/Tom Nuytemans)